-
1 calculer son coup
calculer son coupde zaak precies uitrekenen, uitkienen -
2 calculer
calculer [kalkyle]➭ TABLE 11. transitive verba. [+ prix, quantité, surface] to calculateb. ( = évaluer) [+ chances, conséquences] to weigh up• calculer que... to calculate that...c. ( = préméditer) [+ geste, effets] to calculate ; [+ action] to plan2. intransitive verba. ( = compter) il calcule vite he works things out quicklyb. ( = économiser) to budget carefully* * *kalkyle
1.
1) ( compter) to calculate, to work out2) ( évaluer) to weigh up [avantages, chances]; to gauge [résultats, effort]3) ( préméditer)
2.
verbe intransitif to calculate* * *kalkyle vt1) (en comptant) [prix, total] to calculate, to work outJ'ai calculé combien ça allait coûter. — I calculated how much it was going to cost., I worked out how much it was going to cost.
2) (en estimant, évaluant) [impact, importance, effet] to weigh upcalculer que — to work out that, to calculate that
3) (tactiquement) [action, réplique] to calculateChaque geste est calculé. — Each move is calculated.
* * *calculer verb table: aimerA vtr1 ( compter) to calculate, to work out [trajectoire, pourcentage, moyenne, surface]; j'ai calculé que ça me reviendrait moins cher de prendre l'avion I worked out that it would be cheaper for me to go by plane;2 ( évaluer) to weigh up [avantages, chances]; to gauge [résultats, effort]; calculer son élan Sport to judge one's run-up; calculer son rythme Sport to pace oneself; il a mal calculé son geste et il a renversé le vase he misjudged his movement and knocked over the vase; tout bien calculé all things considered;3 ( préméditer) calculer ses effets to stage things carefully; calculer son coup to plan one's move.B vi [personne, machine] to calculate.[kalkyle] verbe transitifcalculer vite to be quick at figures, to calculate quicklycalculer que to work out ou to calculate that————————[kalkyle] verbe intransitif -
3 coup
coup [koe]〈m.〉1 slag ⇒ klap, steek, stoot, (plotselinge, korte, abrupte) beweging/GRAMT.♦voorbeelden:d'un coup d'aile • in een rukd'un coup de baguette (magique) • als bij toverslag〈 informeel〉 un coup de bambou • een zonnesteek; een vlaag van waanzincoup de barre • 〈 scheepvaart〉ruk aan het roer, plotselinge verandering; 〈 figuurlijk〉plotselinge vermoeidheid, hoge rekeningcoup de bec • snauw, sneerdonner un coup de brosse à qc. • iets (even) afborstelencoup de canon • kanonschotcoup de chance • gelukkig toeval, meevallercoup de chien • plotselinge storm; oproerdonner un coup de collier • er flink tegenaan gaanavoir un joli coup de crayon • goed (kunnen) tekenencoup de désespoir • wanhoopsdaadcoup d'éclat • meesterlijke zet〈 figuurlijk〉 un coup d'épée dans l'eau • een slag in de lucht, verspilde moeitecoup d'essai • eerste poging, begincoup d'Etat • staatsgreepboire le coup de l'étrier • een glaasje op de valreep drinkendonner un coup de fer à qc. • iets even opstrijkencoup de feu • schotcoup de fil • telefoontjecoup de folie • onbezonnen daad, aanval van waanzincoup de force • gewelddaad, overrompeling, coup de forcecoup de foudre • donderslag; 〈 figuurlijk〉liefde op het eerste gezicht, onverwachte ramp, slechte tijding〈 figuurlijk〉 donner un coup de fouet • aansporen, oppeppencoup de froid • verkoudheidcoup de gosier • schreeuwdonner, pousser un coup de gueule • losbrullen, een bek opzettencoup de hasard • bof, meevallercoup de langue • bitse, hatelijke opmerkingun petit, un dernier coup de lime • de laatste hand, de afwerkingcoup de main • hulp, handreiking, steun; 〈 leger〉overrompeling, aanslagdonner un coup de main • een handje helpenfaire un coup de main • een aanslag plegenavoir le coup de main • de vaardigheid hebben〈 figuurlijk〉 〈 informeel〉 recevoir le coup de masse • een zware klap (te verwerken) krijgen 〈 emoties〉〈 figuurlijk〉 un coup de massue • een harde slag, een gevoelige slagcoup de mer • stortzee, zware golfcoup d'oeil • blik, oogopslag, uitzichtavoir le coup d'oeil • kijk op de dingen hebbendu premier coup d'oeil • op het eerste gezichtjeter un coup d'oeil (rapide) sur qc. • een vluchtige blik op iets werpen〈 figuurlijk〉 coup de patte • veeg uit de pan, trap nace peintre a le coup de patte • deze schilder kan aardig met het penseel overwegse donner un coup de peigne • een kam door z'n haar halencoup de pied • trap, schopcasser des vitres à coups de pierre • ruiten ingooientuer qn. à coups de pierres • iemand stenigendonner un coup de piston à qn. • iemand aan een baantje helpencoup de poing • stomp, vuistslagcoup de poing (américain) • boksbeugel〈 informeel〉 avoir le, un coup de pompe • de man met de hamer tegenkomen, opeens niet meer kunnen〈 informeel〉 coup de pompe • man met de hamer, plotselinge uitputting, vermoeidheidun coup de pot • mazzel, gelukdonner le coup de pouce • de laatste hand aan iets leggencoup de poussière • mijngasontploffingon lui a fait le coup du presse-citron • ze hebben hem als een citroen uitgeknepencoup de pub • reclamestuntcoup de réparation • strafschopcoup de sang • beroerte, plotselinge woedecoup de semonce • schot voor de boegcoup de sifflet • fluitsignaalcoup de soleil • zonnesteek; zonnebrandcoup du sort • speling van het lot, tegenslagdonner un coup de téléphone à qn. • iemand opbellencoup de théâtre • plotselinge ommekeer, onverwachte wendingse flanquer un coup de torchon • vechtendonner un coup de tube à qn. • iemand een telefoontje gevencoup de veine • geluk, gelukkig toevalcoup de vent • rukwind, windstootcheveux en coup de vent • slordig, los zittend haarentrer en coup de vent • binnenstormencoup bas • stoot onder de gordelêtre aux cent coups • in alle staten zijn, doodsangsten uitstaandonner le dernier coup, le coup décisif • de genadeslag geven〈 informeel〉 coup fourré • gemene, onverwachte streek, luizenstreek〈 sport en spel〉 coup franc • vrije trap, slagmauvais coup • gemene streek, lelijke klapcoup monté • afgesproken werk, doorgestoken kaart〈 informeel〉 sale coup • rotstreek; zware slagcoup sec • droge knal, klap〈 figuurlijk〉 accuser le coup • de klap incasseren, er een klap van krijgenavoir le coup • er de slag van hebben〈 informeel〉 avoir un coup dans l'aile, dans le nez • (licht) aangeschoten zijn, te diep in het glaasje gekeken hebben〈 informeel〉 boire un coup • iets drinken, er eentje nemencalculer son coup • de zaak precies uitrekenen, uitkienencompter les coups • alleen maar toekijken, neutraal zijn〈 informeel〉 discuter le coup • babbelen, kletsen〈 informeel〉 être dans le coup • er bij betrokken zijn, er van wetenexpliquer le coup • de toestand, gang van zaken uiteenzettenfaire coup double • twee vliegen in één klap slaanfaire les cent coups, les quatre cents coups • een losbandig, rusteloos leven leiden, erop los leven, van alles uithalen 〈 kind〉en ficher, mettre un coup • flink de handen uit de mouwen stekenne pas en ficher un coup • geen klap uitvoerenfrapper des coups en l'air • vergeefse moeite doenfrapper un grand coup • een zware slag toebrengen, een grote slag slaanfrapper à coups redoublés • hard en vaak slaanmarquer le coup • een bijzonderheid benadrukken, een bepaalde gebeurtenis niet ongemerkt voorbij laten gaanmaintenant j'ai pris le coup • nu weet ik hoe het moetil en a pris un coup • dat heeft hem geen goed gedaanrendre coup pour coup • een klap, slag teruggevenrisquer, tenter le coup • het erop wagentenir le coup • standhouden, het uithoudenvaloir le coup • de moeite lonen, waard zijnen venir aux coups • handgemeen wordenà coup sûr • vast en zeker, beslistà tous (les) coups, à tout coup • telkens, bij elke gelegenheidtout à coup • plotselingaprès coup • naderhand, achterafau, du premier coup • bij de eerste keerau coup de midi • klokslag 12 uurd' un (seul) coup • in één keer, plotselingtout d' un coup • ineens, plotselingdu coup • bijgevolg, daaromdu même coup • tegelijkertijd, bij diezelfde gelegenheidêtre hors du coup • nergens vanaf wetenau coup par coup • een voor eenpour le coup • deze keer〈 juridisch〉 pour coups et blessures • vanwege toegebracht lichamelijk letsel; 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 voor slagen en verwondingensous le coup de • onder de invloed, dreiging vansur le coup • op slag, onmiddellijk, meteensur le coup de midi • klokslag 12 uurcoup sur coup • achtereenvolgens, vlak na elkaar→ pierrem1) slag, klap, klop, steek, stoot, bons, dreun, trap, schop2) snee3) beet4) ruk5) worp6) daad, streek7) teug, slok8) zet -
4 coup
kum1) Schlag m2) ( heurt) Stoss maprès coup — zu spät, nachträglich
coup au but — Treffer m
coup d'œil — Blick m
coup de feu — Schuss m
coup de pied — Fußtritt m
coup franc — Strafstoß m
3) ( choc) Hieb m4)coups — pl (blessures) Körperverletzung f
coupcoup [ku]1 (agression) Schlag masculin; Beispiel: donner un coup à quelqu'un jdn schlagen; Beispiel: être noir de coups grün und blau geschlagen sein; Beispiel: coup de bâton Stockhieb masculin; Beispiel: coup de poing/de pied Faustschlag/Fußtritt masculin; Beispiel: coup de couteau Messerstich masculin; Beispiel: d'un coup de dent mit einem Biss masculin2 (bruit) Klopfen neutre, Pochen neutre; Beispiel: frapper trois coups dreimal klopfen; Beispiel: coup de sifflet Pfiff masculin4 (décharge) Schuss masculin; Beispiel: coup de feu Schuss; Beispiel: revolver à six coups Revolver masculin mit sechs Schuss5 (choc moral) Schlag masculin; Beispiel: être un coup pour quelqu'un jdn hart treffen; Beispiel: porter un coup à quelqu'un jdm einen Schlag versetzen; Beispiel: c'est un coup rude pour quelqu'un das ist ein schwerer Schlag für jemanden6 (action rapide) Beispiel: d'un coup de crayon mit wenigen schnellen [Bleistift]strichen Pluriel; Beispiel: passer un coup d'éponge sur quelque chose mit dem Schwamm über etwas Accusatif wischen; Beispiel: se donner un coup de peigne sich datif rasch die Haare kämmen; Beispiel: donner un coup de fer à quelque chose etw [auf]bügeln; Beispiel: donner un coup de frein plötzlich bremsen; Beispiel: coup de fil [oder téléphone] Anruf masculin7 Sport Hieb masculin, Schlag masculin; Beispiel: le coup droit die Vorhand; Beispiel: coup franc; (au foot) Freistoß masculin; (au basket) Freiwurf masculin; Beispiel: donner le coup d'envoi à quelque chose etw anpfeifen9 (manifestation brusque) Beispiel: coup de tonnerre Donnerschlag masculin; Beispiel: coup de vent Windstoß masculin; Beispiel: coup de foudre Liebe féminin auf den ersten Blick; Beispiel: coup de soleil Sonnenbrand masculin11 (action) Coup masculin; Beispiel: coup d'État Staatsstreich masculin; Beispiel: coup de maître Meisterleistung féminin; Beispiel: être sur un coup gerade etwas aushecken; Beispiel: calculer son coup die Sache genau berechnen12 (action désagréable) Beispiel: ça c'est un coup des enfants das haben die Kinder verbrochen; Beispiel: coup de vache familier übler Streich; Beispiel: il nous fait le coup [à] chaque fois das bringt er jedes Mal; Beispiel: faire/mijoter un mauvais coup ein [krummes] Ding drehen/aushecken►Wendungen: avoir un coup dans l'aile einen sitzen haben familier; avoir un [véritable] coup de cœ ur pour quelque chose sich [richtig] in etwas Accusatif verlieben; prendre un coup de froid sich erkälten; sur le coup de trois/quatre heures gegen drei/vier Uhr; quelqu'un a le coup de main jd hat den Bogen raus; donner un coup de main à quelqu'un jdm zur Hand gehen; jeter [ oder lancer] un coup d'œ il à quelqu'un jdm einen Blick zuwerfen; jeter un coup d'œ il sur le feu ein Auge auf das Feuer Accusatif haben; avoir un coup de pompe [ oder barre] familier einen Durchhänger haben; coup de tête [plötzliche] Anwandlung; passer en coup de vent auf einen Sprung masculin vorbeikommen familier; prendre un coup de vieux familier mit einem Schlag älter werden; tenir le coup familier personne durchhalten; objet, voiture es aushalten; ça vaut le coup de faire quelque chose es lohnt sich etwas zu tun; du même coup gleichzeitig; du premier coup auf Anhieb; d'un seul coup auf ein Mal; tout à coup plötzlich; après coup im Nachhinein; du coup familier darum; tout d'un coup ganz plötzlich; sur le coup (aussitôt) sofort; (au début) im ersten Moment; à tous les coups jedes Mal; (à tout propos) bei jeder Gelegenheit -
5 calculer
[kalkyle]Verbe transitif calcular* * *calculer kalkyle]verbocalculer la surface d'un terraincalcular a superfície de um terrenoil ne sait pas calculerele não sabe fazer cálculosil a mal calculé son coupele calculou mal o golpe -
6 coup
mcoup d'audace — см. acte d'audace
- coup bas- coup dur- coup sec- bon coup- à coup- à coups- du coup -
7 calculer
-
8 berekenen
1 [algemeen] calculer2 [in rekening brengen] compter♦voorbeelden:altijd alles berekenen • toujours bien calculer (son coup)2 iemand de volle prijs berekenen • compter le prix entier à qn. -
9 altijd alles berekenen
altijd alles berekenen -
10 tête
tête [tεt]━━━━━━━━━2. compounds━━━━━━━━━1. <a. [de personne, animal] head• faire la tête au carré à qn (inf!) to smash sb's face in (inf!)• tenir tête à qn/qch to stand up to sb/sth• gagner d'une tête [cheval] to win by a head• avoir la tête dure ( = têtu) to be stubbornb. ( = visage, expression) face• quand il a appris la nouvelle il a fait une drôle de tête ! you should have seen his face when he heard the news!• il en fait une tête ! just look at his face!c. ( = personne) head• le repas coûtera 150 € par tête de pipe (inf!) the meal will cost 150 euros a headd. ( = partie supérieure) [de clou, marteau] head ; [d'arbre] tope. ( = partie antérieure) headf. ( = facultés mentales) avoir toute sa tête to have all one's faculties• où ai-je la tête ? whatever am I thinking of?• c'est une tête en maths he's (or she's) really good at mathsg. (Football) headerh. (locutions)• foncer or se jeter tête baissée dans to rush headlong into► la tête haute• marcher la tête haute to walk with one's head held high► coup de tête head-butt ; (figurative) sudden impulse• être à la tête d'un mouvement/d'une affaire ( = diriger) to head a movement/a business• se trouver à la tête d'une petite fortune to find o.s. the owner of a small fortune► de la tête aux pieds from head to foot► en tête• on monte en tête ou en queue ? shall we get on at the front or the back?• dans les sondages, il arrive largement en tête he's well ahead in the polls2. <► tête de nœud (vulg!) dickhead (vulg!)* * *tɛt1) gén headla tête basse — ( humblement) with one's head bowed
la tête haute — ( dignement) with one's head held high
tête baissée — [se lancer, foncer] headlong
la tête en bas — [être suspendu, se retrouver] upside down
au-dessus de nos têtes — ( en l'air) overhead
être tombé sur la tête — (colloq) fig to have gone off one's rocker (colloq)
2) ( dessus du crâne) head3) ( visage) faceune bonne/sale tête — a nice/nasty face
tu en fais une tête! — what a face!, why the long face?
tu as une tête à faire peur, aujourd'hui! — you look dreadful today!
4) ( esprit) mindde tête — [citer, réciter] from memory; [calculer] in one's head
ça (ne) va pas, la tête? — (colloq) are you out of your mind or what?
mets-lui ça dans la tête — drum it into him/her
se mettre dans la or en tête de faire — to take it into one's head to do
monter à la tête de quelqu'un, faire tourner la tête de quelqu'un — [alcool, succès] to go to somebody's head
il n'est pas bien dans sa tête — (colloq) he isn't right in the head
5) ( personne) faceavoir ses têtes — to have one's favourites [BrE]
en tête à tête — [être, dîner] alone together
6) ( mesure de longueur) headgagner d'une courte tête — [personne] to win by a narrow margin; [cheval] to win by a short head
7) ( unité de troupeau) head (inv)8) ( individu)par tête — gén a head, each; ( dans des statistiques) per capita
par tête de pipe — (colloq) each
9) ( vie) headvouloir la tête de quelqu'un — ( mort) to want somebody's head; ( disgrâce) to be after somebody's head
risquer sa tête — to risk one's neck (colloq)
des têtes vont tomber — fig heads will roll
10) ( direction)11) ( premières places) topêtre en tête — (de liste, classement) to be at the top; (d'élection, de course, sondage) to be in the lead
le gouvernement, le premier ministre en tête, a décidé que... — the government, led by the Prime Minister, has decided that...
des tas de gens viendront, ta femme en tête — heaps of people are coming, your wife to begin with
12) ( extrémité) ( de train) front; (de convoi, cortège) head; (d'arbre, de mât) top; (de vis, rivet, clou) head13) Sport ( au football) header15) ( en électronique) (d'enregistrement, effacement) head; ( d'électrophone) cartridgetête de lecture — (de magnétophone, magnétoscope) head
•Phrasal Verbs:••j'en mettrais ma tête à couper or sur le billot — I'd swear to it
en avoir par-dessus la tête — (colloq) to be fed up to the back teeth (colloq)
se prendre la tête à deux mains — (colloq) ( pour réfléchir) to rack one's brains (colloq)
prendre la tête — (colloq) to be a drag (colloq)
se prendre la tête — (colloq) to do one's head in (colloq)
* * *tɛt nf1) [personne, animal] headla tête la première [tomber] — head first
2) (= visage, expression) face3) FOOTBALL headerfaire une tête — to head the ball, to do a header
4) (= position)en tête SPORT — in the lead, (d'un cortège) at the front, at the head
en tête de SPORT — leading, [cortège] leading
à la tête de [organisation] — at the head of, in charge of
prendre la tête de [peloton, course] — to take the lead in, [organisation, société] to become the head of
calculer qch de tête — to work sth out in one's head, to do a mental calculation of sth
perdre la tête (= s'affoler) — to lose one's head, (= devenir fou) to go off one's head
ça ne va pas, la tête? * — are you crazy?
tenir tête à qn — to stand up to sb, to defy sb
* * *tête ⇒ Le corps humain nf1 gén (d'animal, insecte, de personne, plante) head; bouger la tête to move one's head; dessiner une tête de femme to draw a woman's head; statue à tête de chien statue with a dog's head; en pleine tête (right) in the head; blessure à la tête head injury; frapper qn à la tête to hit sb on the head; la tête la première [tomber, plonger] head first; la tête basse ( humblement) with one's head bowed; la tête haute ( dignement) with one's head held high; garder la tête haute fig to hold one's head high; tête baissée [se lancer, foncer] headlong; la tête en bas [être suspendu, se retrouver] upside down; au-dessus de nos têtes ( en l'air) overhead; sans tête [corps, cadavre] headless; coup de tête headbutt; donner un coup de tête à qn to headbutt sb; tomber sur la tête lit to fall on one's head; être tombé sur la tête○ fig to have gone off one's rocker○; salut, p’tite tête○! hello, bonehead○!; ⇒ bille, coûter, donner, gros;2 ( dessus du crâne) head; se couvrir/se gratter la tête to cover/to scratch one's head; avoir la tête rasée to have a shaven head; sortir tête nue or sans rien sur la tête to go out bareheaded; se laver la tête to wash one's hair; j'ai la tête toute mouillée my hair's all wet;3 ( visage) face; une bonne/sale tête a nice/nasty face; il a une belle tête he's got a nice face; si tu avais vu ta tête! you should have seen your face!; t'as vu la tête qu'il a tirée○? did you see his face?; tu en fais une tête! what a face you're pulling!; ne fais pas cette tête-là! don't pull such a face!; faire une tête longue comme ça○ to look miserable; il a fait une drôle de tête quand il m'a vu he pulled a face when he saw me; quelle tête va-t-il faire? how's he going to react?; faire une tête de circonstance to assume a suitable expression; à cette nouvelle, il a changé de tête on hearing this, his face fell; il (me) fait la tête he's sulking; ne fais pas ta mauvaise tête don't be so difficult; elle fait sa mauvaise tête she's being difficult; il a une tête à tricher he looks like a cheat; elle a une tête à être du quartier she looks like a local; tu as une tête à faire peur, aujourd'hui! you look dreadful today!; se faire la or une tête de Pierrot to make oneself up as (a) Pierrot; ⇒ six;4 ( esprit) de tête [citer, réciter] from memory; [calculer] in one's head; tu n'as pas de tête! you have a mind like a sieve!; avoir en tête de faire to have it in mind to do; avoir qch en tête to have sth in mind; j'ai bien d'autres choses en tête pour le moment I've got a lot of other things on my mind at the moment; je n'ai pas la référence en tête I can't recall the reference; où avais-je la tête? whatever was I thinking of?; ça (ne) va pas, la tête○? are you feeling all right?; j'ai la tête vide my mind is a blank; j'avais la tête ailleurs I was dreaming, I was thinking of something else; elle n'a pas la tête à ce qu'elle fait her mind isn't on what she's doing; avoir la tête pleine de projets, avoir des projets plein la tête to have one's head full of plans; quand il a quelque chose dans la or en tête, il ne l'a pas ailleurs○ once he's got GB ou gotten US something into his head, he can't think of anything else; n'avoir rien dans la tête to be empty-headed, to be an airhead○; c'est lui qui t'a mis ça dans la tête! you got that idea from him!; mets-lui ça dans la tête drum it into him/her; se mettre dans la or en tête que to get it into one's head that; se mettre dans la or en tête de faire to take it into one's head to do; mets-toi bien ça dans la tête! get it into your head once and for all!; mettez-vous dans la tête que je ne signerai pas get it into your head that I won't sign; passer par la tête de qn [idée] to cross sb's mind; on ne sait jamais ce qui leur passe par la tête you never know what's going through their minds; passer au-dessus de la tête de qn to be ou go (right) over sb's head; sortir de la tête de qn to slip sb's mind; ça m'est sorti de la tête it slipped my mind; cette fille lui a fait perdre la tête he's lost his head over that girl; monter la tête à Pierre contre Paul to turn Pierre against Paul; j'ai la tête qui tourne my head's spinning; ça me fait tourner la tête it's making my head spin; monter à la tête, faire tourner la tête de qn [alcool, succès] to go to sb's head; elle t'a fait tourner la tête she's turned your head; il n'est pas bien dans sa tête○ he isn't right in the head; il a encore toute sa tête (à lui) he's still got all his faculties ou marbles○; il n'a plus sa tête à lui he's no longer in possession of all his faculties, he's lost his marbles○; n'en faire qu'à sa tête to go one's own way; tenir tête à qn to stand up to sb; sur un coup de tête on an impulse; ⇒ fort;5 ( personne) face; j'ai déjà vu cette tête-là quelque part I've seen that face somewhere before; voir de nouvelles têtes to see new faces; avoir ses têtes to have one's favouritesGB; en tête à tête [être, rester, dîner] alone together; être (en) tête à tête avec qn to be alone with sb; rencontrer qn en tête à tête to have a meeting with sb in private; un dîner en tête à tête an intimate dinner for two;6 ( mesure de longueur) head; avoir une tête de plus que qn, dépasser qn d'une tête to be a head taller than sb; gagner d'une courte tête [personne] to win by a narrow margin; [cheval] to win by a short head; avoir une tête d'avance sur qn to be a short length in front of sb;7 ( unité de troupeau) head ( inv); 30 têtes de bétail 30 head of cattle; un troupeau de 500 têtes a herd of 500 head;8 ( individu) par tête gén a head, each; Stat per capita; par tête de pipe○ each; ça fera 100 euros par tête it'll be 100 euros each ou a head; le PNB par tête the per capita GNP;9 ( vie) head; ma tête est mise à prix there's a price on my head; vouloir la tête de qn ( mort) to want sb's head; ( disgrâce) to be after sb's head; risquer sa tête to risk one's neck○; des têtes vont tomber fig heads will roll;10 ( direction) frapper une révolte à la tête to go for the leaders of an uprising; le groupe de tête the leading group; c'est lui la tête pensante du projet/mouvement/gang he's the brains behind the project/movement/gang; être à la tête d'un mouvement/parti to be at the head of a movement/party; il restera à la tête du groupe he will stay on as head of the group; il a été nommé à la tête du groupe he was appointed head of the group; on l'a rappelé à la tête de l'équipe he was called back to head up ou lead the team; prendre la tête du parti to become leader of the party; prendre la tête des opérations to take charge of operations; être à la tête d'une immense fortune to be the possessor of a huge fortune;11 ( premières places) top; les él èves qui forment la tête de la classe the pupils at the top of the class; les candidats en tête de liste the candidates at the top of the list; être en tête (de liste, classement) to be at the top; (d'élection, de course, sondage) to be in the lead; venir en tête to come first; marcher en tête to walk at the front; à la tête d'un cortège at the head of a procession; marcher en tête d'un cortège to head ou lead a procession; il est en tête au premier tour Pol he's in the lead after the first round; il est en tête dans les sondages he's leading in the polls; l'équipe de tête au championnat the leading team in the championship; arriver en tête [coureur] to come in first; [candidat] to come first; le gouvernement, le premier ministre en tête, a décidé que… the government, led by the Prime Minister, has decided that…; des tas de gens viendront, ta femme en tête heaps of people are coming, your wife to begin with; en tête de phrase at the beginning of a sentence;12 ( extrémité) ( de train) front; (de convoi, cortège) head; (d'arbre, de mât) top; (de vis, rivet, clou) head; les wagons de tête the front carriages GB ou cars US; une place en tête de train a seat at the front of the train; je préfère m'asseoir en tête I prefer to sit at the front; la tête du convoi s'est engagée sur le pont the head of the convoy went onto the bridge; l'avion a rasé la tête des arbres the plane clipped the tops of the trees ou the treetops; en tête de file first in line; ⇒ queue;14 Mil ( d'engin) warhead; tête chimique/nucléaire chemical/nuclear warhead; missile à têtes multiples multiple-warhead missile;15 Électron (d'enregistrement, effacement) head; ( d'électrophone) cartridge; tête de lecture (de magnétophone, magnétoscope) head.tête d'affiche Cin, Théât top of the bill; tête d'ail Bot, Culin head of garlic; tête en l'air scatterbrain; être tête en l'air to be scatterbrained; tête blonde ( enfant) little one; nos chères têtes blondes hum our little darlings; tête brûlée daredevil; tête de chapitre chapter heading; tête chercheuse Mil homing device; missile à tête chercheuse homing missile; tête à claques○ pain○; quelle tête à claques, ce type! he's somebody you could cheerfully punch in the face; tête de cochon○ = tête de lard; tête couronnée crowned head; tête de delco® Aut distributor cap; tête d'écriture Ordinat write ou writing head; tête d'effacement Ordinat erase ou erasing head; tête d'épingle lit, fig pinhead; tête flottante Ordinat floating head; tête de lard○ péj ( têtu) mule; ( mauvais caractère) grouch; tête de ligne Transp end of the line; tête de linotte scatterbrain; tête de liste Pol chief candidate; tête de lit bedhead GB, headboard; tête magnétique magnetic head; tête de mort ( crâne) skull; ( symbole de mort) death's head; ( emblème de pirates) skull and crossbones (+ v sg); tête de mule○ mule; être une vraie tête de mule to be as stubborn as a mule; tête de nègre Culin chocolate marshmallow; tête de nœud● offensive prick●; tête d'oiseau○ péj featherbrain; tête de pioche○ = tête de mule; tête de pont Mil bridgehead; tête de série Sport seeded player; tête de série numéro deux number two seed; tête de Turc○ whipping boy; être la tête de Turc de qn to be sb's whipping boy; tête de veau Culin calf's head.j'en mettrais ma tête à couper or sur le billot I'd put my head on the block; en avoir par-dessus la tête to be fed up to the back teeth○ (de with); se prendre la tête à deux mains ( pour réfléchir)○ to rack one's brains○; prendre la tête○, être une (vraie) prise de tête○ to be a drag○.[tɛt] nom fémininA.[PARTIE DU CORPS]j'ai la tête qui tourne [malaise] my head is spinningne tourne pas la tête, elle nous regarde don't look round, she's watching usdès qu'il m'a vu, il a tourné la tête as soon as he saw me, he looked awayfaire une grosse tête (familier) ou la tête au carré (familier) à quelqu'un to smash somebody's head ou face inj'en donnerais ou j'en mettrais ma tête à couper I'd stake my life on itil ne réfléchit jamais, il fonce tête baissée he always charges in ou ahead without thinkingse cogner ou se taper la tête contre les murs to bang one's head against a (brick) wall2. [en référence à la chevelure, à la coiffure]nos chères têtes blondes [les enfants] our little darlings3. [visage, expression] faceavec lui, c'est à la tête du clienta. [restaurant] he charges what he feels likeb. [professeur] he gives you a good mark if he likes your face4. [mesure] headB.[SIÈGE DE LA PENSÉE]se mettre dans la tête ou en tête de faire quelque chose to make up one's mind to do somethingavoir la tête chaude, avoir la tête près du bonnet to be quick-tempereda. [succès] to go to somebody's headb. [chagrin] to unbalance somebodyavoir la tête vide/dure to be empty-headed/stubbornexcuse-moi, j'avais la tête ailleurs sorry, I was thinking about something else ou I was miles awayil n'a pas de tête [il est étourdi] he is scatterbrained ou a scatterbrainça m'est sorti de la tête I forgot, it slipped my mind2. [sang-froid, présence d'esprit] headavoir ou garder la tête froide to keep a cool headC.[PERSONNE, ANIMAL]1. [individu] personêtre une tête de lard ou de mule to be as stubborn as a mule, to be pig-headedtête de linotte ou d'oiseau ou sans cervelle scatterbrainjouer ou risquer sa tête to risk one's skinsauver sa tête to save one's skin ou neck4. [animal d'un troupeau] head (invariable)D.[PARTIE HAUTE, PARTIE AVANT, DÉBUT]1. [faîte] top2. [partie avant] front endprendre la tête du défilé to head ou to lead the processiona. [marcher au premier rang] to take the leadb. [commander, diriger] to take overa. [généralement] terminus, end of the line3. [début]6. ACOUSTIQUE head8. INFORMATIQUE heada. [sur rivière] bridgeheadb. [sur plage] beachheadà la tête de locution prépositionnelle1. [en possession de]elle s'est trouvée à la tête d'une grosse fortune she found herself in possession of a great fortune2. [au premier rang de] at the head ou front of————————de tête locution adjectivale1. [femme, homme] able2. [convoi, voiture] front (avant nom)————————de tête locution adverbiale[calculer] in one's headde tête, je dirais que nous étions vingt at a guess I'd say there were twenty of us————————en tête locution adverbiale1. [devant]a. [généralement] to be at the frontb. [dans une course, une compétition] to (be in the) lead2. [à l'esprit]en tête à tête locution adverbialeen tête de locution prépositionnelle1. [au début de] at the beginning ou start of2. [à l'avant de] at the head ou front ofles dirigeants syndicaux marchent en tête du défilé the union leaders are marching at the head of the procession3. [au premier rang de] at the top of————————par tête locution adverbialeça coûtera 40 euros par tête it'll cost 40 euros a head ou per head ou apiece→ link=parpar tête————————sur la tête de locution prépositionnelle1. [sur la personne de]le mécontentement populaire s'est répercuté sur la tête du Premier ministre popular discontent turned towards the Prime Minister2. [au nom de] in the name of3. [en prêtant serment]————————tête brûlée nom féminin————————tête de mort nom féminin1. [crâne] skull————————→ link=tête-de-nègretête-de-nègre (nom féminin)————————tête de Turc nom féminin -
11 juste
juste [ʒyst]1. adjectivea. ( = équitable) [personne, notation] fair ; [sentence, guerre, cause] justb. ( = légitime) [revendication, vengeance, fierté] just ; [colère] justifiable• il en est fier, et à juste titre he's proud of it and rightly soc. ( = précis) right ; [appareil, montre] accurated. ( = pertinent) [idée, raisonnement] sound ; [remarque, expression] apt• très juste ! good point!e. [note, voix] true ; [instrument] in tunef. ( = insuffisant) [vêtement, chaussure] tight ; (en longueur, hauteur) on the short side• 1 kg pour six, c'est un peu juste 1 kg for six people is not really enough• trois heures pour faire cette traduction, c'est juste three hours to do that translation is not really enough2. adverba. ( = avec précision) [compter, viser] accurately ; [raisonner] soundly ; [deviner] correctly ; [chanter] in tune• juste à temps [arriver] just in timeb. ( = exactement) just• que veut-il au juste ? what exactly does he want?c. ( = seulement) justd. ( = pas assez) [compter, prévoir] not quite enough* * *ʒyst
1.
1) ( impartial) [personne] fair2) ( équitable) [règlement, partage] fair; [récompense, sanction, cause] justjuste retour des choses, il a été renvoyé — it was poetic justice that he got expelled
juste ciel! — (dated) good heavens!
3) ( légitime) [colère, certitude] righteous (épith); [revendication] legitimate; [crainte] justifiable; [raisonnement, remarque, comparaison] validà juste raison or titre — with good reason
4) ( adéquat) rightcomme de juste (colloq) il était en retard — of course, he was late
5) ( exact) [calcul, proportion, heure, analyse] correctle juste prix des choses — fig the true value of things
6) ( précis) [instrument de mesure] accurate7) Musique [piano, voix] in tune (jamais épith); [note] true8) ( trop ajusté) [vêtement, chaussure] tight9) ( à la limite)nous sommes un peu justes (colloq) en ce moment — money is a bit tight (colloq) at the moment
2.
1) ( sans erreur) [chanter] in tune; [sonner] true; [deviner] rightviser juste — lit to aim straight; fig to hit the nail on the head
2) ( précisément) just3) ( seulement) just4) ( depuis peu)5) ( à peine) hardlyj'ai réussi à éviter le bus mais ça a été juste — (colloq) I managed to avoid the bus but it was a close shave (colloq)
3.
au juste locution adverbiale exactly
4.
nom masculin righteous man* * *ʒyst1. adj1) (= équitable) (personne, partage) fairIl est sévère, mais juste. — He's strict but fair.
2) (= légitime) (réclamation) just, justifiedà juste titre — justifiably, rightfully
On peut se demander à juste titre s'ils n'ont pas été trop loin. — We may justifiably ask ourselves if they have gone too far.
Il a réclamé, à juste titre. — He complained, and rightfully so.
3) (= exact) (compte) right4) (= étroit) tightCette veste est un peu juste. — This jacket is a bit tight.
5) (= insuffisant)Ce sera un peu juste, tu aurais dû prendre plus de vin. — It's only just going to be enough, you should have got more wine.
2. adv1) (= seulement) just2) [aller, être] (vêtement, budget) tight3) [chanter] in tune4) [prévoir, calculer] right3. nm1) (= personne)2)comme de juste — of course, naturally
au juste — exactly, actually
* * *A adj1 ( impartial) [personne] fair;2 ( équitable) [règlement, partage] fair; [récompense, sanction, cause] just; ce n'est pas juste! it's not fair!; il est juste que/de faire it is fair that/to do; il est juste qu'il ait réussi it is fair that he succeeded; il ne serait pas juste de tout te donner it wouldn't be fair to give you everything; juste retour des choses, il a été dédommagé it was poetic justice that he got compensation; trouver un juste milieu to find a happy medium; juste ciel†! good heavens!;3 ( légitime) [colère, certitude] righteous ( épith); [revendication] legitimate; [raison] good; [crainte] justifiable; [raisonnement, remarque, comparaison] valid; j'ai de justes raisons de ne pas le croire I have good reason not to believe him; à juste raison or titre quite rightly, with good reason; ta remarque est très juste your remark is very valid; dire des choses justes to make some valid points;4 ( adéquat) right; trouver le mot juste to find the right word; c'est (très) juste! that's (quite) right!; comme de juste il était en retard as one might expect ou as per usual, he was late;5 ( exact) [calcul, proportion, heure, analyse] correct; j'ai tout juste I've got everything right; avoir l'heure juste to have the correct time; connaître le juste prix des choses fig to know the true value of things; apprécier qn/qch à sa juste valeur to appreciate sb fully/the true value of sth;6 ( précis) [instrument de mesure] accurate; ma montre n'est pas très juste my watch is not very accurate;7 Mus [piano, voix] in tune ( jamais épith); [note] true; ton piano n'est pas juste your piano is out of tune;9 ( à la limite) un poulet pour six c'est un peu juste one chicken for six people is stretching it a bit; une heure pour y aller c'est un peu juste one hour to get there is cutting it a bit fine; nous sommes un peu justes en ce moment○ money is a bit tight○ at the moment; j'ai réussi à éviter le bus mais ça a été juste○ I managed to avoid the bus but it was a close shave○.B adv1 ( sans erreur) [chanter] in tune; [sonner] true; [deviner] right; elle a vu juste dans ses prévisions she was right in her forecasts; viser juste lit to aim straight; fig to hit the nail on the head;2 ( précisément) just; juste quand j'arrivais just as I was arriving; c'est juste ce qu'il me faut that is just or exactly what I need; c'est juste avant/après la poste it's just before/after the post office; juste après les informations just ou straight after the news; j'ai juste assez (d'argent) I've got just enough (money); juste à temps just in time; ‘tu as eu ton train?’-‘oui mais tout juste’ ‘did you catch your train?’-‘yes, but only just’;3 ( seulement) just; j'en prends juste un I'm just taking one; ils ont juste eu le temps de manger they just had time to eat;4 ( depuis peu) (tout) juste only just; j'arrive juste I've only just arrived; il vient juste de partir he's only just left; il a tout juste vingt ans he's only just twenty;5 ( à peine) hardly; c'est tout juste s'il sait lire/tient debout he can hardly read/stand;6 ( parcimonieusement) j'ai prévu trop/un peu juste pour le repas I didn't prepare enough/quite enough food; calculer les prix au plus juste to calculate the prices down to the last penny.C au juste loc adv exactly; que s'est-il passé au juste? what happened exactly?; je ne sais pas au juste combien nous serons I don't know exactly how many of us there will be.[ʒyst] adverbe1. [avec justesse]tomber juste to guess right, to hit the nail on the headtu as vu ou deviné juste! you guessed correctly ou right!juste quand ou comme le téléphone sonnait just as ou when the phone was ringing3. [à peine, seulement] justil est juste 9 h, vous n'allez pas partir déjà it's only 9 o'clock, you're not going to leave alreadytout juste: j'ai tout juste le temps de prendre un café I've just about enough ou I've just got enough time to have a cup of coffeec'est tout juste s'il ne m'a pas frappé he very nearly ou all but hit mec'est tout juste s'il dit bonjour he hardly bothers to say hello, you're lucky if he says hello4. [en quantité insuffisante]un gâteau pour 8, ça fait (un peu) juste one cake for 8 people, that won't go very far————————[ʒyst] adjectif1. [équitable - partage, décision, personne] fairêtre juste envers ou avec quelqu'un to be fair to somebodyil ne serait que juste qu'il soit remboursé it would only be fair ou right for him to get his money back(avant le nom) [justifié - cause, récompense, punition] just ; [ - requête] legitimate ; [ - colère] just, legitimate2. (après le nom) [exact - calcul, compte, réponse] rightas-tu l'heure juste? have you got the right ou exact time?la nappe est un peu juste en longueur/largeur the tablecloth is a bit on the short/narrow sideune heure pour aller à l'aéroport, c'est trop juste an hour to get to the airport, that's not enoughses notes sont trop justes pour que vous le laissiez passer his marks are too borderline for you to pass him[de justesse]elle a réussi l'examen, mais c'était juste she passed her exam, but it was a close thing5. (après le nom) [compétent] goodavoir l'oreille/le coup d'œil juste to have a good ear/eyetrès juste! quite right!, good point!j'ai moins d'expérience que lui — c'est juste I'm less experienced than he is — that's true ou right6. (avant le nom) [approprié]apprécier quelque chose à son juste prix to appreciate the true value ou worth of somethingapprécier quelqu'un à sa juste valeur to appreciate the true worth ou value of somebody————————[ʒyst] nom masculin————————au juste locution adverbiale————————au plus juste locution adverbialecomme de juste locution adverbialecomme de juste, elle avait oublié she'd forgotten, of coursejuste ciel, juste Dieu interjection -
12 time
A n1 ( continuum) temps m ; time and space le temps et l'espace ; in ou with time, in the course of time avec le temps ; as time goes/went by avec le temps ; at this point in time à l'heure qu'il est ; for all time à jamais ; the biggest drugs haul of all time la plus importante saisie de drogue de tous les temps ;2 ( specific duration) temps m ; most of the time la plupart du temps ; he was ill for some of the time il a été malade pendant une partie du temps ; she talked (for) some of the time, but most of the time she was silent elle a parlé par moments, mais pendant la plupart du temps elle a gardé le silence ; all the time tout le temps ; I was waiting for you here all the time je t'attendais ici pendant tout ce temps-là ; she was lying all the time elle mentait depuis le début ; you've got all the time in the world, you've got plenty of time tu as tout ton temps ; to find/have/take the time to do trouver/avoir/prendre le temps de faire ; to spend one's time doing passer son temps à faire ; to take one's time prendre son temps ; take your time over it! prends ton temps! ; writing a novel takes time, it takes time to write a novel il faut du temps pour écrire un roman ; do I have (enough) time to go to the shops? est-ce que j'ai le temps d'aller aux magasins? ; half the time he isn't even listening la moitié du temps il n'écoute même pas ; some time before/after quelque temps avant/après ; that's the best film I've seen for a long time c'est le meilleur film que j'aie vu depuis longtemps ; he has been gone for a long time cela fait longtemps or un bon moment qu'il est parti ; it'll be a long time before I go back there! je n'y retournerai pas de sitôt! ; you took a long time!, what a (long) time you've been! tu en a mis du temps! ; we had to wait for a long time nous avons dû attendre longtemps ; I've been living in this country for a long time j'habite dans ce pays depuis longtemps, cela fait longtemps que j'habite dans ce pays ; it takes a long time for the car to start la voiture met du temps à démarrer ; she would regret this for a long time to come elle allait le regretter pendant longtemps ; a long time ago il y a longtemps ; a short time ago il y a peu de temps ; some time ago il y a un moment, il y a quelque temps ; we haven't heard from her for some time ça fait un moment qu'on n'a pas eu de ses nouvelles ; it continued for some (considerable) time ça a continué pendant un bon moment or pendant pas mal de temps ; it won't happen for some time yet ça ne se produira pas de sitôt or avant longtemps ; she did it in half the time it had taken her colleagues elle l'a fait en deux fois moins de temps que ses collègues ; in no time at all, in next to no time en moins de deux ; in five days'/weeks' time dans cinq jours/semaines ; within the agreed time dans les délais convenus ; in your own time ( at your own pace) à ton rythme ; ( outside working hours) en dehors des heures de travail ; on company time pendant les heures de bureau ; my time isn't my own je n'ai plus une minute à moi ; my time is my own je suis maître de mon temps ;3 (hour of the day, night) heure f ; what time is it?, what's the time? quelle heure est-il? ; she looked at the time elle a regardé l'heure ; the time is 11 o'clock il est 11 heures ; 10 am French time 10 heures, heure française ; tomorrow, at the same time demain, à la même heure ; this time next week la semaine prochaine à la même heure ; this time next year l'année prochaine à la même date or époque ; this time last week/year il y a exactement huit jours/un an ; by this time next week/year d'ici huit jours/un an ; on time à l'heure ; the trains are running on ou to time les trains sont à l'heure ; the bus/train times les horaires mpl or les heures des bus/des trains ; the times of trains to Montreal les heures or les horaires des trains pour Montréal ; it's time to go! c'est l'heure de partir! ; it's time for school/bed c'est l'heure d'aller à l'école/au lit ; it's time for breakfast c'est l'heure du petit déjeuner ; it's time, your time is up c'est l'heure ; it's time we started/left il est temps de commencer/partir ; to lose time [clock] retarder ; that clock keeps good time cette horloge est toujours à l'heure ; about time too! ce n'est pas trop tôt! ; not before time! il était (or il est) grand temps! ; you're just in time for lunch/a drink tu arrives juste à temps pour déjeuner/boire quelque chose ; to arrive in good time arriver en avance ; to be in plenty of time ou in good time for the train être en avance pour prendre le train ; I want to have everything ready in time for Christmas je veux que tout soit prêt à temps pour Noël ; to be behind time avoir du retard ; twenty minutes ahead of time vingt minutes avant l'heure prévue ; six months ahead of time six mois avant la date prévue ;4 (era, epoch) époque f ; in Victorian/Roman times à l'époque victorienne/romaine ; in Dickens' times du temps de Dickens ; at the time à l'époque ; at that time à cette époque, en ce temps-là ; time was ou there was a time when one could… à une certaine époque on pouvait… ; to be ahead of ou in advance of the times [person, invention] être en avance sur son époque ; to be behind the times être en retard sur son époque ; to keep up ou move with the times être à la page ; times are hard les temps sont durs ; those were difficult times c'étaient des temps difficiles ; in times past, in former times autrefois ; in happier times en un temps plus heureux, à une époque plus heureuse ; it's just like old times c'est comme au bon vieux temps ; in times of war/peace en temps de guerre/paix ; peace in our time la paix de notre vivant ; at my time of life à mon âge ; I've seen a few tragedies in my time j'en ai vu des drames dans ma vie ; she was a beautiful woman in her time c'était une très belle femme dans son temps ; it was before my time ( before my birth) je n'étais pas encore né ; ( before I came here) je n'étais pas encore ici ; if I had my time over again si je pouvais recommencer ma vie ; to die before one's time mourir prématurément ; to be nearing one's time† ( pregnant woman) approcher de son terme ;5 ( moment) moment m ; at times par moments ; it's a good/bad time to do c'est le bon/mauvais moment pour faire ; the house was empty at the time la maison était vide à ce moment-là ; at the time I didn't notice à ce moment-là je ne l'avais pas remarqué ; at the right time au bon moment ; this is no time for jokes ce n'est pas le moment de plaisanter ; at all times à tout moment ; at any time à n'importe quel moment ; at any time of the day or night à n'importe quelle heure du jour ou de la nuit ; we're expecting him any time now il doit arriver d'un moment à l'autre ; at no time did I agree à aucun moment je n'ai accepté ; come any time you want viens quand tu veux ; the time has come for change/action l'heure est venue de changer/d'agir ; at times like these you need your friends dans ces moments-là on a besoin de ses amis ; by the time I finished the letter the post had gone le temps de finir ma lettre et le courrier était parti ; by the time she had got downstairs he had gone avant qu'elle n'arrive en bas il était déjà parti ; by this time most of them were dead la plupart d'entre eux étaient déjà morts ; some time this week dans la semaine ; some time next month dans le courant du mois prochain ; for the time being pour l'instant, pour le moment ; from that ou this time on à partir de ce moment ; from the time (that) I was 15 depuis l'âge de 15 ans ; there are times when il y a des moments où ; when the time comes le moment venu ; in times of danger dans les moments de danger ; in times of crisis/high inflation dans les périodes de crise/forte inflation ; no more than 12 people at any one time pas plus de 12 personnes à la fois ; until such time as he does the work jusqu'à ce qu'il fasse le travail ; at the same time en même temps ; I can't be in two places at the same time je ne peux pas être partout à la fois ; now's our time to act! c'est maintenant qu'il faut agir! ;6 ( occasion) fois f ; nine times out of ten neuf fois sur dix ; three times a month trois fois par mois ; hundreds of times des centaines de fois ; the first/last/next time la première/dernière/prochaine fois ; time after time, time and time again maintes fois ; each ou every time that chaque fois que ; some other time perhaps une autre fois peut-être ; three at a time trois à la fois ; there were times when il y avait des fois où ; many's the time when I refused bien des fois j'ai refusé ; she passed her driving test first time round/third time round elle a eu son permis du premier coup/à la troisième fois ; do you remember the time when…? tu te rappelles quand…?, tu te rappelles la fois où…? ; from time to time de temps en temps ; 10 dollars a time 10 dollars le coup ; for months at a time pendant des mois entiers ; (in) between times entre-temps ;7 ( experience) to have a tough ou hard time doing avoir du mal à faire ; they gave him a rough ou hard ou tough time of it ils lui en ont fait voir (de toutes les couleurs ○) ; he's having a rough ou hard ou tough time il traverse une période difficile ; I'm having a bad time at work en ce moment j'ai des problèmes au travail ; we had a good time on s'est bien amusé ; have a good time! amusez-vous bien! ; to have an easy time (of it) se la couler douce ○ ; the good/bad times les moments heureux/difficiles ; she enjoyed her time in Canada elle a beaucoup aimé son séjour au Canada ; during her time as ambassador pendant qu'elle était ambassadeur ;8 Admin, Ind ( hourly rate) to work/be paid time travailler/être payé à l'heure ; to be paid time and a half être payé une fois et demie le tarif normal ; on Sundays we get paid double time le dimanche on est payé double ;10 Mus mesure f ; to beat ou mark time battre la mesure ; to stay in ou keep time rester en mesure ; to be in/out of time être/ne pas être en mesure ; in waltz/march time sur un rythme de valse/marche ;11 Sport temps m ; a fast time un bon temps ; in record time en (un) temps record ; to keep time chronométrer ;12 Math, fig one times two is two une fois deux, deux ; three times four trois fois quatre ; ten times longer/stronger dix fois plus long/plus fort ; eight times as much huit fois autant.B vtr1 ( schedule) prévoir [attack] (for pour) ; prévoir, fixer [holiday, visit] (for pour) ; fixer [appointment, meeting] ; the demonstration is timed to coincide with the ceremony l'heure de la manifestation est prévue pour coïncider avec la cérémonie ; we time our trips to fit in with school holidays nous faisons coïncider nos voyages avec les vacances scolaires ; the bomb is timed to go off at midday la bombe est réglée pour exploser à midi ; to be well-/badly-timed être opportun/inopportun ; the announcement was perfectly timed la déclaration est tombée à point nommé ;2 ( judge) calculer [blow, stroke, shot] ; to time a remark/joke choisir le moment pour faire une remarque/plaisanterie ;3 (measure speed, duration) chronométrer [athlete, cyclist] ; mesurer la durée de [journey, speech] ; minuter la cuisson de [egg] ; to time sb over 100 metres chronométrer qn sur 100 mètres.from time out of mind depuis la nuit des temps ; there is a time and place for everything il y a un temps pour tout ; there's always a first time il y a un début à tout ; there's a first time for everything il y a une première fois pour tout ; he'll tell you in his own good time il te le dira quand il en aura envie ; all in good time chaque chose en son temps ; only time will tell seul l'avenir nous le dira ; to pass the time of day with sb échanger quelques mots avec qn ; I wouldn't give him the time of day je ne lui dirais même pas bonjour ; to have time on one's hands ( for brief period) avoir du temps devant soi ; ( longer) avoir beaucoup de temps libre ; time hung heavy on his hands il trouvait le temps long ; to have a lot of time for sb apprécier beaucoup qn ; I've got a lot of time for people who work with the sick j'admire beaucoup les personnes qui soignent les malades ; I've got no time for pessimists/that sort of attitude je ne supporte pas les pessimistes/ce genre d'attitude ; to do time ○ ( prison) faire de la taule ○ ; to make time with sb ○ US ( chat up) draguer ○ qn ; ( have sex with) s'envoyer ○ qn ; give me France/Lauren Bacall every time! rien ne vaut la France/Lauren Bacall! ; long time no see ○ ! ça fait un bail ○ (qu'on ne s'est pas vu)! ; time please! GB ( in pub) on ferme! -
13 impono
impono (inpono), ĕre, posŭi, positum - tr. - [st2]1 [-] mettre sur, déposer sur, appliquer. [st2]2 [-] mettre à la tête, préposer, imposer. [st2]3 [-] mettre dans, déposer dans; au fig. jeter dans. [st2]4 [-] imposer, infliger; porter (un coup). [st2]5 [-] confier (un soin), charger de, prescrire. [st2]6 [-] avec dat. en imposer à, tromper. - (in naves) imponere: embarquer. - leges imponere: imposer des lois. - injuriam alicui imponere: causer un préjudice à qqn. - imponere nomen: donner un nom. - imponere finem: mettre fin à. - imponere alicui: en imposer à qqn, tromper qqn.* * *impono (inpono), ĕre, posŭi, positum - tr. - [st2]1 [-] mettre sur, déposer sur, appliquer. [st2]2 [-] mettre à la tête, préposer, imposer. [st2]3 [-] mettre dans, déposer dans; au fig. jeter dans. [st2]4 [-] imposer, infliger; porter (un coup). [st2]5 [-] confier (un soin), charger de, prescrire. [st2]6 [-] avec dat. en imposer à, tromper. - (in naves) imponere: embarquer. - leges imponere: imposer des lois. - injuriam alicui imponere: causer un préjudice à qqn. - imponere nomen: donner un nom. - imponere finem: mettre fin à. - imponere alicui: en imposer à qqn, tromper qqn.* * *Impono, imponis, pen. prod. imposui, impositum, penul. corr. imponere. Virgil. Mettre sus ou dedens.\Arces imponere montibus. Virgil. Bastir et asseoir des chasteaux sur montaignes.\Imponere argentum in stipendium. Liu. Imposer et asseoir une somme de deniers sur une ville ou village pour la soulde des gens de guerre.\Calculum. Colum. Jecter, Faire compte, Calculer.\Claues alias portis. Liu. Changer les clefs.\Clausulam disputationi. Columel. Finer et clorre sa disputation, Mettre fin à sa disputation.\Cognomen vel nomen alicui. Plinius. Luy bailler nom, et imposer.\Cui Syriacae nomen imponunt. Plin. Qu'on appelle, etc.\Consulem populo. Cic. Constituer et establir par force.\Coronam alicui. Cic. Luy mettre sur la teste.\Exercitum Brundusii imposuit. Cic. Meist son ost en garnison.\Exercitum alicui rei, aut sermonibus imponere. Liu. Mettre fin.\Fastigium operi. Cicero. Mettre le couplet à un ouvrage et l'achever.\Plurimas iniurias alicui. Cic. Faire injure, Injurier, Faire beaucoup d'injures et de tort.\Laborem alteri. Cic. Enjoindre.\Sibi laborem. Caes. Prendre grande peine et travail, Se charger soymesme.\Legem alicui. Cic. Luy mettre ou donner loy.\Sibi leges. Cic. Se contraindre soymesme.\Manum imponere rei alicui. Ouid. Commencer une chose, Y mettre la main.\Manum extremam alicui rei. Virgil. L'achever, Luy bailler la derniere facon.\Manum supremam bellis imponere. Ouid. Mettre fin.\Poenae capiendae ministerium patri de liberis Consulatus imposuit. Liu. Son estat et dignité de Consulat luy bailla l'office à faire, Le contraignit de faire la punition de ses propres enfants.\Modum prosperae pugnae. Liu. Garder ou tenir moyen.\Modum tempori. Liu. Limiter le temps.\Modum suo dolori. Plinius iunior. Moderer sa douleur et son ennuy.\Multam. Liu. Imposer amende, Condamner à l'amende.\Necessitatem. Cic. Contraindre.\Necessitatem quandam nitoris imponit. Plin. iunior. Contraind de, etc.\Nomen alicui. Ouid. Bailler nom.\Onus alicui. Cic. Bailler charge.\Onus simultatis alicui imponere. Cicero. Le contraindre de feindre.\Partes alicui. Cic. Bailler charge ou commission.\Personam alicui. Cic. Reputer aucun pour tel ou tel.\Plagam mortiferam Reipublicae imponere. Cic. Faire playe mortelle, Navrer mortellement.\Portam in aliquam regionem. Liuius, Vna tantum in eam regionem porta imposita. Il n'y avoit qu'une porte assise sur ce costé.\Praesidium ciuitati. Liu. Y mettre garnison.\Pretium. Cic. Mettre pris.\Plagiario pudorem. Martial. Luy faire honte.\Regem alicui regioni. Liu. Luy bailler et constituer un roy.\Sarcinam alicui. Plaut. Luy mettre sur ses espaules.\Silentium alteri. Suet. Faire taire, Imposer silence.\Stipendium. Liu. Asseoir, Imposer tribut.\Tributum. Caes. Asseoir un tribut sur une ville.\Vim alicui. Cic. Le contraindre.\Vocabulum alicui. Tacit. Bailler et imposer un nom, Surnommer, ou donner un sobriquet.\Vulnera Reip. Cic. Blesser, Navrer, Faire playes.\Imponere in colum, in manum, in nauim. Plaut. Liu. Mettre.\Imponere aliquem in equum. Liu. Le mettre sur un cheval.\In naues exercitus imponere. Lentulus Ciceroni. Mettre dedens des navires.\Imponere in aliquem onus. Plaut. Le charger de quelque charge.\Imponere alicui. Quintil. L'abuser et tromper, L'affronter, L'engigner. -
14 sum
1 noun(a) (amount of money) somme f;∎ it's going to cost us a considerable sum (of money) ça va nous coûter beaucoup d'argent ou très cher∎ the whole is greater than the sum of its parts l'ensemble est encore meilleur que la somme des éléments qui le compose(c) (arithmetical operation) calcul m;∎ British to do sums faire du calcul;∎ British he's very weak at sums il est très faible en calcul;∎ I tried to do the sum in my head j'ai essayé de faire le calcul de tête;∎ figurative they've really got their sums right ils ont bien calculé leur coup∎ in sum en somme, somme toute;∎ the sum and substance of her argument les grandes lignes de son raisonnement(add) additionner, faire le total de; (calculate) calculer►► Finance sum payable charge f à payer;sum total totalité f, somme f totale;∎ the report contains the sum total of research in the field ce rapport contient tous les résultats de la recherche en ce domaine;∎ that is the sum total of our knowledge voilà à quoi se résume tout ce que nous savons;∎ is that the sum total of what you've done today? c'est tout ce que vous avez fait aujourd'hui?➲ sum up(a) (summarize) résumer, récapituler;∎ one word sums the matter up un mot suffit à résumer la question;∎ he summed us up immediately il nous a jaugés ou classés sur-le-champ;∎ I summed up the situation at a glance un simple coup d'œil m'a suffi pour jauger la situation∎ to sum up I will say that… en résumé je dirai que…;∎ in summing up the judge said… dans son résumé, le juge a dit… -
15 combiner
combiner [kɔ̃bine]➭ TABLE 11. transitive verba. ( = grouper) to combine (à, avec with)b. [+ affaire, mauvais coup] to devise ; [+ horaires, emploi du temps] to plan2. reflexive verb► se combiner [éléments] to combine* * *kɔ̃bine
1.
1) ( réunir) to combine (à, avec with)2) ( calculer) to work out [horaire, plan]
2.
se combiner verbe pronominal1) ( se mélanger) [éléments] to combine (à, avec with)2) ( s'harmoniser) [couleurs, saveurs] to go together* * *kɔ̃bine vt1) (= assembler) [éléments, signes, styles] to combinecombiner qch à qch; combiner qch avec qch — to combine sth with sth
2) (= organiser) [plan, horaire] to work out, to devise* * *combiner verb table: aimerA vtr1 ( réunir) to combine (à, avec with); l'ambition et le talent combinés a combination of ambition and talent;2 ( calculer) to work out [horaire, plan]; to plan [action, stratégie]; combiner de faire to plan to do.B se combiner vpr1 ( se mélanger) [éléments] to combine (à, avec with);2 ( s'harmoniser) [couleurs, saveurs] to go together;3 ○( s'arranger) [plan, affaire] to work out; si ça se combine bien au bureau if things work out in the office.[kɔ̃bine] verbe transitif1. [harmoniser - styles] to combine, to match ; [ - couleurs] to match, to harmonize, to mix ; [ - sons] to harmonize, to mix2. [comprendre] to combineun appareil qui combine deux/diverses fonctions a two-function/multi-function apparatus5. CHIMIE to combine————————se combiner verbe pronominal intransitif1. [exister ensemble - éléments] to be combined3. CHIMIE4. (familier) [se passer]ça se combine ou les choses se combinent bien it's ou things are working out very well -
16 figure
figure [ˈfɪgər]1. nouna. ( = number) chiffre m• to bring inflation down to single figures faire passer l'inflation en dessous de la barre des 10 %b. ( = diagram) figure fc. ( = shape) [of person] ligne fd. ( = human form) silhouette fe. ( = important person) personnage ma. ( = appear) figurer4. compounds• I wasn't figuring on having to do that je ne m'attendais pas à devoir faire ça► figure out separable transitive verba. ( = understand) arriver à comprendreb. ( = plan) calculer* * *['fɪgə(r)], US ['fɪgjər] 1.1) (number, amount) chiffre ma four-/six-figure sum — un montant de quatre/six chiffres
to have a head for figures —
2) ( person) personnalité f3) ( human form) gen personnage m; Art figure freclining figure — Art figure allongée
4) ( symbol)father figure — image f du père
authority figure — symbole m de l'autorité
5) ( body shape) ligne fto have a great figure — (colloq) avoir une silhouette sensationnelle (colloq)
6) ( geometric or other shape) figure f7) ( diagram) figure f2.transitive verb1) (colloq) ( suppose)to figure (that) — penser or se dire que
2) Literature ( express) symboliser3.1) ( appear) figurer (in dans)2) (colloq) ( make sense) se comprendre•Phrasal Verbs: -
17 time
time [taɪm]━━━━━━━━━━━━━━━━━1. noun3. compounds━━━━━━━━━━━━━━━━━1. nouna. temps m• have you got time to wait for me? est-ce que tu as le temps de m'attendre ?• the letter was in my pocket all the time la lettre était dans ma poche depuis le début► in good time ( = with time to spare) en avance• let me know in good time prévenez-moi suffisamment à l'avance► to take + time• to take time out to do sth trouver le temps de faire qch ; (during studies) interrompre ses études pour faire qch► to have time for• I've no time for that sort of thing ( = too busy) je n'ai pas de temps pour ça ; ( = not interested) ce genre d'histoire ne m'intéresse pasb. ( = period) for a time pendant un certain temps• what a long time you've been! il vous en a fallu du temps !• for a short time we thought that... pendant un moment nous avons pensé que...► some timec. ( = period worked) to work full time travailler à plein temps• we get paid time and a half on Saturdays le samedi, nous sommes payés une fois et demie le tarif normald. ( = day) temps m• what great times we've had! c'était le bon temps !f. (by clock) heure f• what time is it? quelle heure est-il ?• what time is he arriving? à quelle heure est-ce qu'il arrive ?• the time is 4.30 il est 4 heures et demie► preposition + time• just in time (for sth/to do sth) juste à temps (pour qch/pour faire qch)g. ( = moment) moment m• by the time I had finished, it was dark le temps que je termine, il faisait nuit• some times... at other times des fois... des fois• the time has come to decide... il est temps de décider...h. ( = occasion) fois f• the times I've told him that! je le lui ai dit je ne sais combien de fois !i. (multiplying) fois f• ten times the size of... dix fois plus grand que...a. ( = choose time of) [+ visit] choisir le moment de• you timed that perfectly! vous ne pouviez pas mieux choisir votre moment !• well-timed [remark, entrance] tout à fait opportunb. ( = count time of) [+ race, runner, worker] chronométrer ; [+ programme, piece of work] minuter3. compounds• a time-honoured tradition une tradition ancienne or vénérable ► time-lag noun (between events) décalage m• to take time off from work prendre un congé ► time-share transitive verb (Computing) utiliser en temps partagé noun maison f (or appartement m ) en multipropriété• it's like living in a time warp c'est comme si on était transporté dans une autre époque ► time zone noun fuseau m horaire* * *[taɪm] 1.1) ( continuum) temps min ou with time —
as time goes/went by — avec le temps
2) ( specific duration) temps mflight/journey time — durée f du vol/voyage
you've got all the time in the world —
you took a long time! —
in no time at all —
in five days'/weeks' time — dans cinq jours/semaines
in your own time — ( at your own pace) à ton rythme; ( outside working hours) en dehors des heures de travail
3) (hour of the day, night) heure fwhat time is it? —
10 am French time — 10 heures, heure française
this time last week/year — il y a exactement huit jours/un an
the train times — les horaires mpl des trains
to lose time — [clock] retarder
not before time! — il était (or il est) grand temps!
4) (era, epoch) époque ftime was ou there was a time when one could... — à une certaine époque on pouvait...
to keep up ou move with the times — être à la page
in times past —
it was before my time — ( before my birth) je n'étais pas encore né; ( before I came here) je n'étais pas encore ici
5) ( moment) moment mby the time I finished the letter the post had gone — le temps de finir ma lettre et le courrier était parti
from that ou this time on — à partir de ce moment
6) ( occasion) fois ftime after time —
7) ( experience)to have a tough ou hard time doing — avoir du mal à faire
he's having a rough ou hard ou tough time — il traverse une période difficile
the good/bad times — les moments heureux/difficiles
8) Administration ( hourly rate)to work/be paid time — travailler/être payé à l'heure
9) Music mesure fto beat ou mark time — battre la mesure
10) Sport temps m11) Mathematics, fig2.ten times longer/stronger — dix fois plus long/plus fort
transitive verb1) ( schedule) gen prévoir; fixer [appointment, meeting]we time our trips to fit in with school holidays — nous faisons coïncider nos voyages avec les vacances scolaires
to be well-/badly-timed — être opportun/inopportun
2) ( judge) calculer [blow, shot]3) (measure speed, duration) chronométrer [athlete, cyclist]; mesurer la durée de [journey, speech]3.••to have time on one's hands — ( for brief period) avoir du temps devant soi; ( longer) avoir beaucoup de temps libre
to do time — (colloq) ( prison) faire de la taule (colloq)
long time no see! — (colloq) ça fait un bail (colloq) (qu'on ne s'est pas vu)!
-
18 running
running ['rʌnɪŋ]1 noun∎ I like running j'aime courir;∎ I go running every weekend je vais courir tous les week-ends;∎ running is forbidden in the corridors il est interdit de courir dans les couloirs;∎ no running (sign) défense de courir;∎ to make the running Sport mener le train; figurative prendre l'initiative;∎ to make all the running (in contest) être en tête; (in relationship) toujours prendre les devants;∎ to be in the running for sth être sur les rangs pour qch, être dans la course pour qch;∎ he may not win but he's in the running il ne gagnera peut-être pas, mais il est dans la course;∎ he's in the running to get the job il a des chances d'obtenir le poste;∎ to be out of the running ne plus être dans la course∎ she leaves the day-to-day running of the department to her assistant elle laisse son assistant s'occuper de la gestion quotidienne du service(c) (working, functioning) marche f, fonctionnement m;∎ we apologize for the late running of this train nous vous prions d'excuser le retard de ce train(d) (operating) conduite f, maniement m(e) (usu in cpds) (smuggling) contrebande f;∎ drug running trafic m de drogue(f) (of water) écoulement m, ruissellement m(shorts, vest) de course (à pied)(a) (at a run → person, animal) courant, qui court;∎ to take a running kick at sth prendre son élan pour donner un coup de pied dans qch(b) (after n) (consecutive) de suite;∎ three times/weeks/years running trois fois/semaines/années de suite(c) (continuous) continu, ininterrompu∎ the sound of running water (stream) le bruit de l'eau qui coule;∎ to wash sth under running water laver qch à l'eau courante;∎ all the rooms have running water toutes les chambres ont l'eau courante;∎ a running tap un robinet qui coule;∎ a running sore Medicine une plaie suppurante; figurative une source de problèmes(e) (working, operating)∎ in running order en état de marche;∎ to be up and running être opérationnel(f) (handwriting) cursif►► Finance running account compte m courant;American running back (in American football) demi m à l'attaque;running battle lutte f continuelle;∎ they have a running battle about housework ils se bagarrent continuellement à propos des travaux ménagers;running board marchepied m;Radio & Television running commentary commentaire m en direct;∎ figurative she gave us a running commentary on what the neighbours were doing elle nous a expliqué en détail ce que les voisins étaient en train de faire;running costs frais mpl d'exploitation; (of car) frais mpl d'entretien;running down (criticism → of person, play) dénigrement m; (reduction → of staff) réduction f, diminution f; (→ of industry, factory) réduction f ou diminution f de la production;Typography running head titre m courant;running jump saut m avec élan;∎ familiar (go) take a running jump or American a running jump at the moon! va te faire voir (ailleurs)!, va voir ailleurs si j'y suis;running knot nœud m coulant;Nautical running lights feux mpl de position;Television running order ordre m de passage;running repairs réparations fpl courantes;running shoe chaussure f de course;Sewing running stitch point m droit;Typography running title titre m courant;running total total m cumulé;∎ to keep a running total of sth calculer qch au fur et à mesure;∎ the running total of the number of casualties is 32 on dénombre jusqu'à présent 32 victimes;running track piste f -
19 обръщам
гл 1. tourner; обръщам глава (гръб, страници) tourner la tête (le dos, les pages); обръщам очи към tourner ses armes contre; 2. tourner et retourner; обръщам нещо в ръцете си tourner et retourner qch dans ses mains; 3. (завивам, връщам назад) retourner en arrière: (за кон) tourner bride; 4. renverser; обръщам стол renverser une chaise; 5. retourner; обръщам дреха (сено, земя) retourner un vêtement (le foin, la terre); 6. transformer, métamorphoser, changer; 7. прен tourner, changer; обръщам на смях tourner en rire; 8. разг calculer; той обръщаше всичко в пари il calculait tout en argent а не обръщам внимание на някого (на нещо) ne pas faire attention а qn (а qch); обръщам в бягство tourner en fuite; обръщам внимание а) porter son attention sur; б) attirer l'attention de; обръщам гръб а) (тръгвам си) tourner les talons; б) воен (бягам) battre en retraite; обръщам гръб някому tourner le dos а qn; обръщам дебелия (другия) край recourir а la force; обръщам колата changer de note (de batterie); обръщам наопаки (надолу с главата) renverser sens dessus dessous; обръщам сено faner; обръщам чаша boire d'un coup; обърна ми се сърцето mes tripes se sont retournées. -
20 chance
f1. (veine) уда́ча, ↓везе́ние fam.; ↑сча́стье;la chance lui sourit (le favorise) — уда́ча ему́ улыба́ется <сопу́тствует>; bonne chance ! — жела́ю уда́чи!, успе́ха вам1; в до́брый час1; mauvaise chance — неуда́ча, невезе́ние; par chance — к сча́стью; avec un peu de chance je réussirai à mon examen — е́сли мне хоть немно́го повезёт, я хорошо́ сдам экза́мен; avoir la chance de + inf ∑ — удава́ться ipf.; il a eu la chance de... — ему́ удало́сь <посчастли́вилось> + inf; avoir de la chance ∑ — везти́/по= impers; il a de la chance (en, à, aux) — ему́ везёт (в + P); il n'a pas eu de chance — ему́ не повезло́; il n'a jamais de chance — ему́ всегда́ не везёт; pas de chance! — не везёт!; c'est bien ma chance! — не везёт, так не везёт!; cela ne lui portera pas chance — э́то не принесёт ему́ уда́чи; tenter (courir) sa chance — попыта́ть pf. сча́стья <уда́чи>; donner ses chances à qn. — дава́ть/дать кому́-л. возмо́жность попыта́ть сча́стья; c'est un coup de chance — э́то счастли́в|ая случа́йность <-ый слу́чай>souhaiter bonne chance à qn. — жела́ть/по= кому́-л. уда́чи;
2. (occasion) слу́чай; возмо́жность (possibilité);au petit bonheur la chance — куда́ крива́я ни вы́везет, как полу́чится, на аво́сьune chance se présenta à lui — ему́ предста́вился <подверну́лся fam.> слу́чай;
il y a de fortes chances pour que... — о́чень возмо́жно, что...; il y a une chance sur cent pour que... — есть то́лько оди́н шанс из ста, что...; il — у a des chances! — вполне́ возмо́жно!; calculer (évaluer) ses chances — взве́шивать/взве́сить [свои́] ша́нсы; toutes les chances sont pour (contre) lui ∑ — у него́ есть все ша́нсы, все ша́нсы на его́ стороне́ <∑ у него́ нет никаки́х ша́нсов>; à chances égales — при ра́вных усло́виях;, il met toutes les chances de son côté — он де́лает всё, что́бы ему́ доби́ться <дости́чь> успе́хаavoir des chances de succès — име́ть ша́нсы на успе́х;
См. также в других словарях:
calculer — [ kalkyle ] v. tr. <conjug. : 1> • 1372; bas lat. calculare, lat. calculus « caillou; jeton servant à compter » 1 ♦ Chercher, déterminer par le calcul. Calculer une dépense, un bénéfice. ⇒ chiffrer, compter. Mesurer les côtés d un rectangle … Encyclopédie Universelle
Coup de vent — Échelle de Beaufort Pour les articles homonymes, voir Beaufort. L échelle de Beaufort est une échelle de mesure empirique, comportant 13 degrés (de 0 à 12), de la vitesse moyenne du vent sur une durée de dix minutes utilisée dans les milieux… … Wikipédia en Français
Fort coup de vent — Échelle de Beaufort Pour les articles homonymes, voir Beaufort. L échelle de Beaufort est une échelle de mesure empirique, comportant 13 degrés (de 0 à 12), de la vitesse moyenne du vent sur une durée de dix minutes utilisée dans les milieux… … Wikipédia en Français
Franglais — Enseignes en franglais dans le quartier historique de La Rochelle, France Le franglais (en anglais, quelquefois : Frenglish[1]), mot valise formé des mots « fran … Wikipédia en Français
Frenglish — Franglais Exemple d utilisation de mots d origine anglaise dans un coupon publicitaire distribué en France. Le franglais (en anglais, quelquefois : Frenglish[1]) … Wikipédia en Français
Feng Shui (Jeu De Rôle) — Pour les articles homonymes, voir Feng shui (homonymie). Cet article fait partie de la série … Wikipédia en Français
Feng Shui (jeu de role) — Feng Shui (jeu de rôle) Pour les articles homonymes, voir Feng shui (homonymie). Cet article fait partie de la série … Wikipédia en Français
Feng Shui (jeu de rôle) — Pour les articles homonymes, voir Feng shui (homonymie). Feng Shui est un jeu de rôles écrit par Robin Laws proposant aux joueurs d incarner les héros d un film d action de Hong Kong. Comme beaucoup de jeux de l auteur (Hero Wars, Over the Edge…) … Wikipédia en Français
Feng shui (jeu de rôle) — Pour les articles homonymes, voir Feng shui (homonymie). Cet article fait partie de la série … Wikipédia en Français
tête — [ tɛt ] n. f. • teste, test « crâne », opposé à l a. fr. chef « tête », 1050; lat. méd. testa « boîte crânienne », sens spécialisé de « coquille dure » → 1. test I ♦ 1 ♦ Partie, extrémité antérieure (et supérieure chez les animaux à station… … Encyclopédie Universelle
Échecs — Cet article concerne le jeu appelé « les échecs ». Pour d autres emplois du mot, voir échec. Jeu d’échecs jeu de société … Wikipédia en Français